Indien de aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen niet op tijd wordt ingediend, is er sprake van verzuim. De Belastingdienst kan hiervoor in beginsel een verzuimboete van 7% van het wettelijk maximum opleggen. Bij stelselmatig verzuim kan de Belastingdienst een verzuimboete tot het wettelijk maximum opleggen.
Een ondernemer moest over het jaar 2014 aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen doen. Hij deed geen aangifte, ook niet nadat hij een aanmaning had ontvangen. Op 15 augustus 2017 kreeg de ondernemer nog twee extra weken de tijd om zijn aangifte te doen. Ook toen deed hij geen aangifte. Vervolgens legde de Belastingdienst een verzuimboete op van € 4.920. De verzuimboete is vastgesteld op het wettelijk maximum. De ondernemer heeft namelijk over de jaren 2009 tot en met 2015 de aangifte niet op tijd ingediend en dus is sprake van stelselmatig verzuim.
In hoger beroep bij het Hof Arnhem-Leeuwaren is in geschil of de verzuimboete terecht is vastgesteld. De ondernemer was van mening dat, door de twee extra weken tijd die hij van de Belastingdienst de tijd kreeg voor de aangifte, niet langer sprake was van verzuim. Het hof is het daar niet mee eens. De inspecteur heeft in de brief nadrukkelijk benoemd dat, ondanks de twee extra weken die de ondernemer kreeg, er een verzuimboete zal worden opgelegd.
Volgens de ondernemer kon de aangifte niet worden ingediend als gevolg van overmacht. Door de inbeslagname van zijn administratie door de FIOD heeft hij geen aangifte kunnen indienen. Ook hier is het hof het niet mee eens. Het hof geeft aan dat al sprake was van verzuim voordat zijn administratie in beslag was genomen. Hij heeft dus voldoende tijd gehad voor de aangifte.
De Belastingdienst heeft dus terecht een verzuimboete opgelegd voor stelselmatig verzuim van 2009 tot en met 2014. Het hof overweegt wel dat het opleggen van een bestuurlijke boete een sanctie is die naar norminscherping ook strekt tot bestraffing. De Belastingdienst moet bij het opleggen van een boete rekening houden met alle omstandigheden. Tot die omstandigheden horen ook de financiële omstandigheden van belanghebbende. De financiële situatie van de ondernemer geeft voldoende aanleiding om de boete te verlagen van € 4.920 naar € 369.