Rechtshandelingen tussen een DGA die enig aandeelhouder is van een besloten vennootschap (B.V.) en tevens de B.V. vertegenwoordigd, dienen schriftelijk te worden vastgelegd. Dit zogenoemde schriftelijkheidsvereiste is vastgelegd in artikel 2:247 Burgerlijk Wetboek. Op basis van dit artikel is de DGA die enig aandeelhouder is verplicht om de voorwaarden van zijn werkzaamheden vast te leggen. Hoewel dit vormvrij is, is het gebruikelijk om deze op te nemen in een arbeidsovereenkomst.
Is sprake van een DGA (die niet enig aandeelhouder is, maar wel houder is van 5% of meer van de aandelen) of de B.V. niet vertegenwoordigd, is het niet wettelijk verplicht een arbeidsovereenkomst op te stellen.
Het ontbreken van een arbeidsovereenkomst kan voor de DGA nadelige gevolgen hebben bij faillissement van de B.V. De DGA heeft dan niet langer de zeggenschap over de B.V. Dit heeft tot gevolg dat de curator, namens de B.V., de niet schriftelijk vastgelegde afspraken tussen de B.V. en de DGA kan vernietigen. Het uitgekeerde loon kan dan bijvoorbeeld worden gezien als betaling zonder juridische grondslag, waardoor de curator kan vorderen dat het uitgekeerde loon door de DGA terugbetaald dient te worden aan de B.V.
Bent u enig aandeelhouder van uw B.V. en heeft u nog geen arbeidsovereenkomst? Dan kunnen wij deze voor u opstellen. Neem contact op met Nicola Kraaijeveld via nicola@vnacc.nl of bel naar 0183-697979.
Indien de DGA feitelijk de werkzaamheden verricht voor de werkmaatschappij namens de holdingvennootschap, adviseren wij u om eveneens een managementovereenkomst op te stellen. De managementovereenkomst wordt gesloten tussen de holdingvennootschap en de werk-B.V. en heeft tot doel de verplichtingen over en weer vast te leggen betreffende de managementdiensten die de holdingvennootschap verricht voor de werkmaatschappij. Deze managementdiensten bestaan voornamelijk uit het ter beschikking stellen van de DGA (de manager) om de werkzaamheden voor de werk-B.V. uit te voeren.
De relatie tussen de holdingvennootschap en de werk-B.V. is geen arbeidsverhouding. De holdingvennootschap of de manager kan niet als werknemer van de werk-B.V. gezien worden. De relatie tussen partijen is wettelijk gezien een vorm van een 'overeenkomst van opdracht'. De werk-B.V. geeft middels de managementovereenkomst 'opdracht' aan de holdingvennootschap om de managementtaken van de werk-B.V. uit te voeren.
Hierbij geldt dat de holdingvennootschap als opdrachtnemer zelfstandig is, niet onder het gezag staat van de werk-B.V. en naar eigen inzicht invulling mag geven aan de uitvoering van de opdracht, ofwel de uitvoering van de managementtaken. Hier is dan ook geen sprake van ondergeschiktheid, wat wel het geval is bij een dienstverband.
Een managementovereenkomst is dan ook een overeenkomst van opdracht en geen arbeidsovereenkomst. Dit betekent ook dat er geen loon wordt uitgekeerd, maar een managementvergoeding uitbetaald wordt door de werk-B.V.